Pakjes

Pakjes

Briefkaart Dirk van de Ploeg

Dirk van de Ploeg krijgt in zijn werkkamp deze briefkaart. Hierop mag hij de spullen schrijven die hij graag wil ontvangen. Hij vraagt om lucifers, scheermesjes en veters. (Museum Rotterdam ’40 – ’45 NU)

In de laatste oorlogswinter is er bijna geen postverkeer tussen Duitsland en West-Nederland. Toch slagen sommige mannen erin om brieven en pakjes naar huis te sturen en te ontvangen. Bijvoorbeeld met tabak, etenswaren of kleding. Anderen geven brieven en boodschappen mee aan terugkerende afgekeurde dwangarbeiders. Sommigen krijgen verlof om naar Rotterdam te reizen om reservekleren en andere onmisbare artikelen van huis te halen. In andere gevallen, in de grensstreek, verschijnt af en toe een auto, gestuurd door de politie of een andere overheidsdienst van Rotterdam, die pakjes meebrengt voor de mannen en met brieven voor Rotterdam teruggaat.

B.A. Sijes. De razzia van Rotterdam:
‘Voor de mannen die in Nederland lagen, vooral ten Westen van de IJssel, bestond er postverbinding met Rotterdam. Ook was het in beperkte mate mogelijk, pakjes te ontvangen. Verscheidenen hadden ook een meer direct contact met hun gezin.’

John Versluis in zijn dagboek:
‘Een grote troost heb ik dat de zieken, in ’t bijzonder Bertus Jansen, nu snel bericht omtrent mij gegeven zal hebben en dus wel bekend zal zijn waar ik ben en hoe ik het maak.’