Thuis

Thuis

Kar met jongens die de melkbussen met voedsel uitschrappen.

In Rotterdam zijn de achtergebleven mensen in de hongerwinter afhankelijk van voedsel uit de centrale keukens.

Bij de achtergebleven gezinnen in Rotterdam wordt de situatie steeds slechter. Eind november worden ook nog eens de rantsoenen verminderd tot 1 kg aardappelen en 1000 gram brood per persoon per week. Maar vaak hebben de winkels niet genoeg voedsel op voorraad, waardoor bonnen waardeloos worden. Hierdoor stijgen de voedselprijzen op de zwarte markt enorm. Zo ontstaat in Rotterdam een grote hongersnood, waarbij vrouwen en kinderen soms overgaan tot het plunderen van winkels en bakkerskarren. Als er in december helemaal niks meer te krijgen is, gaan stedelingen naar de boeren in de omgeving om voedsel vragen. Bij deze hongertochten zijn elke dag duizenden mensen onderweg.

Eddy van Driel. Een zware last op jonge schouders:
‘In Rotterdam moesten de oudere kinderen het gezin draaiende zien te houden. Veel van deze kinderen ondernamen lange en gevaarlijke tochten naar gebieden waar mogelijk nog iets eetbaars verkregen kon worden. In de dagbladen verschenen advertenties waarin ouders voor hun kinderen een adres zochten in de gebieden waar nog wel voedsel voorradig was.’


Meneer Opdorp vertelt over de honger in Rotterdam.