Ontberingen

Ontberingen

Boek De hel van Rees

“De hel van Rees” wordt al in 1946 geschreven door de Rotterdamse brandweerman Jan Krist. Niet alleen de reis erheen is verschrikkelijk, maar er sterven vele dwangarbeiders door honger, uitputting, ziekte en straffen. Inmiddels is er al een derde uitgave en een vertaling in het Duits verschenen.

Tijdens de dagenlange reis wordt er nauwelijks voor eten en drinken gezorgd en staan de mannen urenlang dicht op elkaar. In de rijnaken ligt een vieze drab op de vloer van olie, kolen of cement. De mannen krijgen bijna geen gelegenheid naar een wc te gaan en kunnen niet slapen. De treinen staan soms uren stil of worden vanuit de lucht beschoten. Als de mannen Almelo naderen, weten ze dat ze naar Duitsland gaan en vervliegt de hoop op ontsnapping. Ook de reis te voet is erg zwaar. De mannen lopen uren in de regen met slechte schoenen over modderige wegen. Soms moeten ze zelfs omlopen omdat de Duitsers de weg kwijt raken.

Rapport van de toestanden in het kamp te Rees:
‘Het transport naar Rees is toen voor de mannen uiterst zwaar geweest.’

Henk Nuis in zijn dagboek:
‘Zo kunnen we dan ongeveer 7 uur, na een reis van 8 dagen en 8 nachten, een reis vol ontbering en ellende, onze vermoeide ledematen op stroozakken uitstrekken.’

B.A. Sijes. De razzia van Rotterdam:
‘Vele mannen moesten na de ontberingen van de reis daar nog een nacht staande doorbrengen. Men wisselde staan en zitten met elkaar af. Rug aan rug zat men dan op koffers. Mensen vielen flauw.’