Weer thuis

Weer thuis

Vermoeid komen de mannen thuis.

Vermoeid komen de mannen thuis. (Museum Rotterdam ’40 – ’45 NU)

Vreugde overheerst bij thuiskomst van de mannen. Degenen die in het vroege voorjaar ontsnapt zijn, moeten oppassen om niet alsnog opgepakt te worden. Anderen komen thuis als de bevrijdingsfeesten al achter de rug zijn. De meesten proberen niet om te kijken, maar hun leven weer op te pakken. Om lastige vragen te voorkomen over de gedwongen arbeid, zwijgen de meesten over deze periode. De wederopbouw van de stad krijgt meer aandacht, dan het leed van deze oorlogsslachtoffers.

Piet Verbaan in zijn dagboek:
‘Ik ging naar de markt en zocht de kraam van mijn moeder. Ik stond voor de kraam en zij vroeg: ’En u meneer?’ Zij herkende mij niet. Dat was zo: ik had een kop met haar, keurig in het pak en ik was een stuk zwaarder geworden. Toen ineens herkende ze mij.’

Anoniem in een dagboek:
‘Vanuit Zuid-Limburg ben ik als duopassagier op een legermotorfiets van een Nederlandse militaire ordonnans teruggereisd naar Rotterdam, alwaar ik mijn moeder en zus gezond aantrof. Gelukkig waren ook alle overige familieleden de oorlog heelhuids doorgekomen.’

Deze Rotterdamse dwangarbeiders zijn bijna thuis. De trein staat stil in Gouda.

Deze Rotterdamse dwangarbeiders zijn bijna thuis. De trein staat stil in Gouda. (Streekarchief Midden-Holland)